Van Kaam advocaten

K
K
 

IE, media- en privacyrecht zijn constant in beweging. De grenzen worden dagelijks getart. Wat mag net wel, wat mag net niet. Hierin ligt de kern van ons werk. Werk wat ons blijft uitdagen en inspireren.

filter op categorie:

De nieuwe 'aftapwet'

Hoe ver willen we gaan om onze nationale veiligheid te beschermen? Welk belang hechten nog aan bescherming van onze privacy?


Vragen die ook recent naar voren kwam tijdens het debat in de Tweede Kamer over de nieuwe Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten ('de aftapwet'). De Tweede Kamer heeft ingestemd met deze wet. In dit stuk wordt ingegaan op de inhoud van deze wet, de gevolgen voor de individuele burger en wordt eveneens ingegaan op bovenstaande vragen.

Aanleiding


De AIVD is verantwoordelijk voor de bescherming van de veiligheid in Nederland. In dit kader is zij dagelijks op zoek naar informatie over (aansturing van) (terroristische) aanslagen en onderzoekt zij cyberaanvallen. De huidige bevoegdheden van de AIVD zijn gebaseerd op een oude versie van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten uit 2002. Op grond van deze wet beschikt de AIVD eigenlijk alleen over traditionele inlichtingen, zoals het volgen, observeren en opvangen van telefoongespreken en radioverkeer. Online communicatie kan alleen worden afgetapt als het om een specifiek verdacht persoon gaat.


Bevoegdheden ten aanzien van meer algemene doelen ontbreken echter, terwijl staten en terroristische partijen voornamelijk communiceren middels mobiele telefoon, tablets en andere online communicatiemiddelen.


Kortom: de oude wet dient aangepast te worden aan nieuwe ontwikkelingen om de AIVD goed te kunnen laten functioneren. Dit klinkt allemaal erg logisch. Maar waarom is er dan zo veel kritiek op de nieuwe wet?


Punten van kritiek


Bijvangst
Op basis van de nieuwe wet mogen de AIVD en de MIVD (de Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst) telecommunicatiestromen onderscheppen (zogenaamde ongerichte taps). Hierna verrichten de voornoemde inlichtingendiensten nader onderzoek op dreiging, relevante gegevens en afwijkingen.


Het gevaar dat schuilt in het onderscheppen van deze informatiestromen is dat er een grote hoeveelheid aan data als bijvangst meekomt. Gegevens van onschuldige burgers kunnen hier onderdeel van uitmaken als zij zich bijvoorbeeld begeven op een plek waar veel mensen met het buitenland communiceren. Ook openbare wifi-netwerken (zoals in de trein) kunnen worden afgetapt. De vraag is wat er met deze bijvangst gebeurt. Het huidige voorstel luidt dat in het geval van 'ernstige feiten' wordt bekeken of de informatie van belang is voor het OM. Onduidelijk is echter wat deze 'ernstige feiten' precies inhouden. Hiermee ontstaat het gevaar dat burgers op grond van onduidelijke richtlijnen, en dus wellicht onnodig worden afgetapt. Daarnaast is het ook de vraag of deze bijvangst wel veilig wordt opgeslagen. In geval van een cyberaanval kunnen er immers grote hoeveelheden privacygevoelige gegevens op straat komen te liggen.


Toezicht
Daarnaast worden er kanttekeningen geplaatst bij het toezicht op de ongerichte taps. In het eerste voorstel voor de nieuwe wet mochten de inlichtingendiensten zelf bepalen wanneer ze de ongerichte taps zouden gebruiken. Nu moet een onafhankelijke commissie (bestaande uit twee oud-rechters en een inhoudelijk deskundige) de verzoeken goedkeuren. Men vreest echter voor overbelasting van deze commissie, met het gevolg dat verzoeken te snel en zonder grondig onderzoek worden beoordeeld. Daarnaast is er geen toezichthoudend orgaan dat achteraf kan oordelen over de verleende toestemming. Dit zou mogelijk misbruik van de bevoegdheden door de inlichtingendiensten in de hand kunnen werken.


Bewaartermijnen
Op grond van het huidige voorstel mogen de verzamelde gegevens drie jaar lang worden bewaard voordat ze moeten worden vernietigd. De Raad van State, Autoriteit Persoonsgegeven en Raad voor de Rechtspraak vinden dit allen erg lang. Daarnaast is een dergelijk lange bewaartermijn mogelijk in strijd met het recht op bescherming van privacy zoals neergelegd in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).


Huidige stand van zaken


De Tweede Kamer heeft de aftapwet inlichtingendiensten aangenomen. Of de wet (in zijn huidige vorm) ook door de Eerste Kamer wordt aangenomen is nog niet helemaal zeker. Het zal afhangen van de ChristenUnie en de PVV. Beide partijen hebben nog hun twijfels bij het huidige wetsvoorstel. Ze gaven echter ook al voorzichtig aan voor het voorstel te zullen stemmen, ondanks hun twijfels. Gezien de recente terroristische aanslagen in Europa en de wereldwijde cyberhacks zijn uitgebreidere bevoegdheden voor de inlichtingendiensten volgens hen nu eenmaal noodzakelijk.


De politiek lijkt hiermee een besluit te hebben genomen; de nationale veiligheid gaat op dit moment even voor op de bescherming van de privacy van haar burgers.

 

Geschreven door: Willeke Kemkers